‘De journalistiek in Suriname is dood’
|Paramaribo-stad: heet en stoffig. Frisse regenbuien laten het al maanden afweten. De airco blaast koele lucht het withouten redactielokaal van De Ware Tijd (dWT) binnen. ‘Wat vonden jullie van de foto op de voorkant?,’ evalueert coördinator Binnenland Indra Toelsie de krant van gister. Een koor van afkeurende tyuri’s weerklinkt: geen goede keuze en het onderschrift is te lang. Dagelijks vult een team van een kleine 30 (eind)redacteuren zestien pagina’s. Foto Roy Tjin.
Om vier uur ’s middags komt de drukkerij tot leven. J. Carillho, hoofd van de drukkerij legt uit: ‘De oplage is ongeveer 20.000. Zijn er lotto-uitslagen, dan drukken we meer. Komt de krant later uit, bijvoorbeeld omdat de eindredactie niet op tijd klaar is, dan minder. Via de radio heeft men het nieuws in de districten dan al gehoord.’ Want als om 23 uur ’s avonds de krant van de pers rolt, schuifelen niet alleen krantenverkopers maar ook radiomakers richting dWT. ‘Bijna al ons binnenlands nieuws is eigen nieuws. Veel radiostations lezen ons ’s morgens gewoon letterlijk voor, zegt Toelsie triomfantelijk. Een fout in dWT weergalmt dikwijls in veelvoud door de ether.
SURINAME telt drie kranten: behalve dWT is er De West en het nieuwe Dagblad Suriname, daarnaast een tiental tv-zenders en talloze radiostations. ‘Zonder dWT zou mijn werk een stuk moeilijker zijn,’zegt Nina Jurna, correspondent van Het Parool en RTL-nieuws. Een persbureau is er niet. Persvoorlichters kent men nauwelijks. Zelfs president Venetiaan heeft er geen. En niet alle staatsdienaren staan de pers graag te woord… Maar is de band eenmaal bestendigd, dan zijn de lijnen kort en kan de minister mobiel gebeld worden. Ook onderhandelingen met dWT of het nieuws op de 1 of de 3 belandt, zijn dan niet ongebruikelijk. Men mag mopperen op dWT: slecht geschreven, agendajournalistiek, weinig human interest,… De krant brengt wel de meeste nieuwtjes en wordt beschouwd als het meest objectief: schaars goed in een medialandschap, waar de uitgever rap van pet wisselt en dikwijls zowel eigenaar, directeur als hoofdredacteur is. Politieke betrokkenheid is eerder regel dan uitzondering in Suriname. Bij staatszender STVS krijgt de regeringscoalitie meer quotes dan de oppositie, signaleren Jurna en Toelsie. Toelsie vindt: ‘Als journalist kun je niet lid zijn van een politieke partij.’ Maar weet ook: alles is gepolitiseerd in Suriname. Als Hindostaanse flemen de Hindostaanse partijen je. De VHP bood haar zelfs een perceel aan in ruil voor een lofzang. Niet censuur maar zelfcensuur is verder wat veel lokale collegajournalisten nekt. Soms verzoeken collega’s Jurna op persconferenties: ‘Wil jij die vraag stellen. ‘ Bang dat-ie verkeerd valt. Toelsie stelt: dWT doet niet aan zelfcensuur en weet zich vanwege zijn objectiviteit en traditie van hoor en wederhoor alom gerespecteerd.
Oud-hoofdredacteur Leo Morpurgo heeft daar 40 jaar voor geijverd. Hij begon zijn journalistieke loopbaan in 1942 als achttienjarige knaap bij het eerste dagblad van Suriname: Het Nieuws, de krant van zijn vader. Met zijn lagere acte Engels op zak vertaalde hij oorlogsberichten van het AP. Morpurgo: ‘Niets wisten we van journalistiek.’ Hij leerde uit boekjes over de vijf w’s, hoor en wederhoor, intro’s en dat je nieuws in de kop en in niet de staart stopt. Na een conflict met zijn vader vertrok hij in 1960 als hoofdredacteur naar het eerste ochtendblad: dWT, dat in 1957 verscheen . In het begin een sensatieblaadje vol ongelukken en politienieuws, maar gaandeweg werd dWT volwassen en verschenen er ook berichten over economie, handel, het buitenland en de politiek. Ellenlange verslagen van de assembleevergadering maakten plaatsen voor puntige samenvattingen. ‘Dat was baanbrekend voor Suriname.’ Evenals eigen nieuwsfoto’s. Omdat de andere kranten zo gekleurd waren stelde Morpurgo de eigenaar en uitgever voor: ‘Laten wij een objectief blad maken, waarin mensen kunnen geloven.’ Zijn krant bevatte voortaan alleen feiten, zelfs een redactioneel commentaar kon er niet af! Die objectiviteit legde ons geen windeieren, zegt Morpurgo trots. De oplage schoot omhoog naar 45.000. Gedaan was het met de objectiviteit na de 8 december-moorden in 1982. Alle media werden gesloten behalve de staatsradio, de staatstelevisie en dWT. Vanwaar dWT? Vanwege de grote oplage, veronderstelt Morpurgo. Maar anderen menen dat concurrent Findlay van De West de militairen een te grote mond had. Morpurgo overwoog uit solidariteit met de vijf vermoorde journalisten de krant te sluiten. ‘Ik had onder de militairen vrienden, die zeiden: niet doen. Anders nemen ze de krant helemáál over. ‘ Drie censoren posteerden zich bij dWT. ‘Stoppen? Ik kon nergens anders naartoe. Ik zat klem.’ Thuis vijf koters. In 1985 werd de censuur opgeheven en werden de andere media weer opengesteld. Een tijd van zelfcensuur brak aan. Maar zoetjesaan rekte dWT de grenzen daarvan op. In 1987 voerde Morpurgo het redactioneel commentaar in. Met succes. En dat was nodig. Want het vertrouwen in dWT was gedaald, de oplage gehalveerd, herinnert de opvolger van Morpurgo Nita Ramcharan zich. ‘Vanaf 1988 bouwden we dat weer langzaam op. Men bekritiseerde ons als we de burgerregering aanpakten: waar waren jullie tijdens het militaire bewind?’ Ramcharan begon in 1986 als parttimecorrector bij dWT, juli 1987 kwam ze fulltime in dienst als journalist. Ook zij leerde het vak in de praktijk, door zelfstudie en van Morpurgo. Bliksemsnel maakte ze carriëre; drijfveer was haar in 1982 vermoorde partner dWT-journalist Lesley Rahman. In 1996 werd ze hoofdredacteur. Ze professionaliseerde de krant: ordende berichten in rubrieken en voerde dagelijks commentaar in. Ook kreeg dWT twee bijlagen: Sportscope en Kompas. Voor correspondent Jurna was de zaterdagse bijlage Kompas een belangrijke bron, vanwege de vele facts and figures. ‘Cijfers zijn in Suriname moeilijk te krijgen.’ Ramcharan introduceerde de onderzoeksjournalistiek en begeleidde jonge journalisten. Ook probeerde ze de krant als geheel te populariseren. Probeerde, want Ramcharan werd geschorst.
EIGENAAR Cyriel Jong Tjien Fa, oud-journalist en Datsundealer, bemoeide zich tot zijn dood in 1995 nergens mee. Ramcharan: ‘Ik wist niet eens dat hij de eigenaar was!’ Anders was dat met de erven. Die zagen -hoewel niet journalistiek geschoold- wel brood in DWT. Kersvers directeur Steve Jong Tjien Fa stortte zich er vol overgave op. Een tikkeltje te naar de smaak van Ramcharan. Ze botsten: ruzieden over de financiële verantwoording van het redactiebudget, over freelance contracten , over het redactiestatuut en de bevoegdheden van hoofdredactie en uitgever . Toen de spanningen opliepen werd Ramcharan februari 2002 geschorst. Ze spande een kort geding aan. De rechter stelde dat de grond voor ontslag onterecht was, maar opperde hernieuwde samenwerking. ‘De rechter moet nog een uitspraak doen over de werkrelatie. Daarop wachten we nog steeds.’ Ondertussen tekende de redactie bezwaar aan bij de directeur tegen deze gang van zaken. Achttien van de 22 redacteuren werden daarop op non-actief gesteld. Van de oude garde keerden er vier terug. De keypersons zijn weg, zegt Ramcharan spijtig. Jong Tjien Fa haalde Iwan Brave, ex-Volkskrant en Parool-medewerker , binnen om de krant te redden. Brave geloofde aanvankelijk in diens moderniseringsdrift en wilde de krant meer landelijke allure geven. ‘DWT schreeuwde om vernieuwing. Met journalisten van het magazine Paramaribo Post heb ik een crisisteam opgezet. Maar Jong Tjien Fa duldt geen kritische houding.’ Toen Brave om privé-redenen langer in Nederland verbleef dan gepland, vond hij na terugkomst zijn lease-auto achter slot en grendel . Ook hij is in een juridisch conflict verwikkeld. ‘De kwaliteit van DWT nu? Ik lees hier vier keer hetzelfde in één bericht! Over een drugsrapport wordt de hele week geschreven. Ook taalkundig is dWT niet verantwoord.’ Brave concludeert achteraf dat met Ramcharan het venijn uit de journalistiek is verdwenen.
ONDERTUSSEN is er geen hoofdredacteur. Maar officieus is het de uitgever/directeur en mede-eigenaar Jong Tjien Fa die de inhoudelijke koers bepaalt. Herhaadelijk klinkt het: de directeur wil dit, wil dat… Voor Toelsie is de grens bereikt als de berichtgeving subjectief wordt. ‘Als ik bepaald nieuws niet mag brengen, omdat de broer van de directeur in de regering zit.’ Redacteur Erna Aviankoi schreef in januari dat de minister van Sociale Zaken en Volkshuisvesting Paul Somohardjo (een oude bekende van Karel van de Graaf-EdV) schoonheidskoninginnetjes onzedelijk zou hebben betast. De minister dreigde: niet publiceren. Toen dWT dat wel deed, spande hij een kort geding aan; er zou sprake zijn van een politiek complot. Ook deze zaak is onder de rechter. Pikant is dat de minister deel uitmaakt van de regering van de broer van de uitgever: Michael Jong Tjien Fa, minister van Handel en industrie. Beiden behoren tot de Pertjajah Luhur-partij. Uitgever van dWT, broer Steve dus, liet Aviankoi direct door een advocaat bijstaan. Ramcharan ziet daarin het tegendeel van onafhankelijkheid: ‘Het is voor het eerst dat een journalist en niet de hoofdredactie en uitgever is gedagvaard. Dat spreekt boekdelen. De broer van Steve is mede-eigenaar van de krant.’ Hartstochtelijk: ‘De journalistiek in Suriname is dood. DWT was een instituut!’ Coördinator Binnenland Indra Toelsie geeft toe dat dWT inderdaad minder scoops heeft dan vroeger. ‘Dat komt: de huidige journalisten zijn onervaren en hebben geen netwerken, zoals de oude garde. Minder drive.’ De huidige vierjarige journalistieke avondopleiding levert niet direct routiniers noch ‘gouden pennetjes’ af. Jong Tjien Fa zwijgt zolang de zaken onder de rechter zijn. Nestor Morpurgo reageert bedaard op de crisis bij dWT. Hij meent: de uitgever mag kritiek hebben. Een aantal van diens voorstellen vond hij relevant. Maar hij is wel voorstander van een scheiding tussen de functies van hoofdredacteur en uitgever. Stel: het wil niet meer boteren tussen Ramcharan en Jong Tjien Fa. Wat moet er dan gebeuren? ‘Er moet weer een hoofdredacteur komen. Een goede hoofdredacteur trekt zijn grens.’ Maar behalve Ramcharan heeft volgens Morpurgo alleen Desi Truideman de vereiste kwaliteiten. Truideman is hoofdredacteur van de concurrent: het prille Dagblad Suriname.
Ellen de Vries
De Journalist, 30 mei 2003, nr. 10