Adriaan van Dis – de nieuwe presentator van Zomergasten

Wie is… Adriaan van Dis?

Na zeven jaar is Adriaan van Dis weer terug op het scherm als presentator van VPRO’s Zomergasten.

Ooit begon hij bij de KRO-radio. Een terugblik.

 

TOT EEN interview laat Adriaan van Dis zich niet verleiden. Nog eens op de foto wil hij niet meer. Anders was dat toen hij in 1983 bij de VPRO-tv debuteerde met ‘Hier is… Adriaan van Dis’. Onbekommerd liet hij zich destijds in diverse poses op de kiek zetten; ruimhartig ontving hij verslaggevers van diverse week- en dagbladen. Zelfs de Viva kon rekenen op ontboezemingen. Charmant, met humor en ironie vertelde hij over zijn financiële wanordelijkheid, de band met zijn vader en Indië; hij sprak over zijn zucht naar avontuur, zijn hang naar gezelligheid enerzijds en de behoefte aan eenzame opsluiting anderzijds. Zelfs zijn biseksualiteit en eetproblemen kwamen aan de orde. Menig interviewer noteerde lengte en gewicht. Hij was zelf beduusd van al die media-aandacht. ‘Ik heb honderd en tien minuten televisie achter de rug en ben nu dus plots bekend en klaarblijkelijk interessant. Het zoveelste bewijs dat televisie een schromelijk overschat medium is. De zin en onzin die ik buiten het scherm uitkraam zou een jaar geleden niemand hebben geïnteresseerd,’ vertelde hij de journalist van de Haagse Post met wie hij een ‘vorkje ging prikken’. Zevendertig jaar oud was hij toen. Van Dis begon zijn mediacarrière bij de KRO-radio. ‘Dat was in de zeventiger jaren. Een leuke tijd,’ mijmert Jan Starink, destijds hoofd Literaire uitzending, thans gepensioneerd. ‘De wereld leek veranderd; de kerk stortte in, de seksuele revolutie barstte los en iedereen mocht een grote mond hebben. De wereld was één culturele republiek.’ De literaire uitzendingen waren derhalve nogal internationaal georinteerd. Adriaan van Dis, student Zuid-Afrikaans, schreef een sollicitatiebrief naar de KRO. Starink: ‘We deden toen aan scouting; iedereen mocht iets proberen. Hij ook. Dat hoorde bij die tijd. Adriaan was een aardige jongen. Hij was geknipt voor het vak: geestdriftig en slim. Hij kon reportages maken, presenteren, teksten schrijven, acteren, interviewen… en was nooit te beroerd om iets te doen. Hij werd correspondent in Zuid-Afrika en maakte een tijdje reportages voor ons in Afrika. Sloten geld hadden we nog in die tijd.’ Louis Houet, destijds redacteur van het literair-culturele programma Babel en Spektakel, nu redacteur van KRO’s Vijfde Verdieping, herinnert zich dat Adriaan van Dis ook kunstjes kon: achterstevoren praten en sneldichten. ‘Van Dis wilde beroemd worden en liet geen middel onbeproefd. Later haalde hij bij de VPRO alles uit de kast.’ Van Dis zong met gasten, dichtte en praatte achterstevoren. Houet dacht destijds wel: als je beroemd wilt worden moet je niet zoveel eten. ‘Als hij uitgedijd was streefde hij weer wekenlang versterving na.’ Want ijdel was Van Dis ook. De de huidige redacteur van Zomergasten Pieter Hilhorst hoorde hem laatst echter zeggen: ‘Dat ik nu te dik ben heeft een voordeel, namelijk dat het bewijst dat ik niet ijdel ben.’

VOOR DE KRO radio interviewde Van Dis zijn vriend de Zuid-Afrikaans schrijver en balling Breyten Breytenbach. ‘Dat eerste optreden ging hem goed af. Van Dis kon goed improviseren,’ zegt KRO-redacteur Houet, die hem begeleidde. Kon zo’n bekakte stem wel in het provo-tijdperk? ‘Dat vonden wij juist wel aardig. We hadden de patat-en-kroket-etende-ijdeltuitende Van Dis en de communistische proletariër Gerrit Bussink. Dat ging goed samen.’ Ondanks zijn deftige uitstraling en zijn medewerking aan het hoog kwalitatieve Babel en Spektakel schuwde Van Dis ‘alledaagse’ onderwerpen niet. Hij werkte ook mee aan het culturele KRO-familieprogramma van Anne van Egmond. Als Van Egmond met diepe stem vroeg: ‘En Adriaan wat heb je vandaag in je culturele koffer’, dan toverde Adriaan een reportage uit zijn reisvalies: een interview met een straatdichter of de eigenaar van het kattenkabinet. Van Dis kon zich -net als zijn voorbeeld Couperus- vermeien in banale dingen, analyseert Houet. Mia Hecker van de productie herinnert zich vooral ook de technische onhandigheid van Van Dis: zijn vertwijfeld wapperende handen als hij terug kwam van een reportage.Van Dis werd rusteloos; hij was meer journalist dan essayist, zoals wij, denkt Jan Starink. Hij vertrok naar NRC Handelsblad, waar hij het na ettelijke jaren ook voor gezien hield. Televisie leek hem wel wat. Via een vriend kwam hij bij de VPRO terecht. Die zag aanvankelijk weinig in Van Dis, vanwege zijn bekakte accent. Dat verklaart een deel van mijn succes, zei hij zelf achteraf. ‘Het fenomeen dat de VPRO een corpsbal inhuurde.’ Van Dis ergerde zich eraan dat men hem rechts noemde vanwege zijn uitspraak. ‘Den Uyl spreekt toch ook bekakt? mopperde hij in Elseviers. Over de ‘steile houding’ die men hem toeschreef, zei hij: misschien is het eerder ironisch. Ik probeer ook op tv pijnlijke onderwerpen te behandelen met een lichte ironie.

OP MAANDACGAVOND vergaderde de redactie van Hier is… Adriaan van Dis bij Van Dis thuis, herinnert redacteur Rudie Kagie zich. ‘Van Dis had een deftige Heer Bommel-achtige uitstraling. Hij sprak de gasten met u aan en niet met Jan en Piet, zoals toen gebruikelijk was bij de andere omroepen. Hij had diepgang en gaf het praatprogramma als genre meer aanzien.’ Toch viel hij ook wel eens uit zijn rol: de uitzendingen met Willem Oltmans en Willem Frederik Hermans eindigden in een scheldpartij. ‘Geruzie is nooit slecht voor tv,’ relativeert Kagie.Ondanks eclatant succes stopte Van Dis in 1992 met zijn praatprogramma. Jammer, vonden ook de uitgevers die baat hadden bij zijn programma. Hij wilde schrijven, zei hij. Hij had rust nodig. Diverse boeken kwamen uit: Nathan Dis, Een barbaar in China, Zilver, In Afrika, Indische Duinen… . Met de beschuldiging van plagiaat in Het beloofde land stond hij wederom op de cover. Houet: ‘Adriaan was te goeder trouw. Het zal onzorgvuldigheid geweest zijn. Hij was als een kind in een speeltuin.’ Hij verscheen weliswaar nog wel op toneel: in een literaire show met Connie Palmen, maar van het scherm leek Van Dis voorgoed te zijn verdwenen. Dat hij nu weer bij de VPRO opduikt, verbaast Houet. ‘Maar als ze lang aandringen, zal hij wel gezegd hebben: ‘Vooruit’. Zo is hij wel.’ Houet heeft alle vertrouwen in zijn kunnen, uitbarstingen zullen niet meer voorkomen, vermoedt hij. Maar hij hoopt vurig dat Van Dis niet gaat zingen. ‘Ik heb daar geen goed woord voor over: larmoyant. Gelukkig is hij een van de mensen die zichzelf niet belangrijker vindt dan zijn gast.’ Van Dis houdt van smalltalk: het ernstige luchthartig nemen, maar schuwt prietpraat: het luchthartige ernstig nemen. Zijn eerste gast is Sonja Barend over wie hij ooit opmerkte: ‘Sonja Barend sprak eens uitgebreid met een vrouw die een advertentie had geplaatst voor een levensgezel. Dat was nou echt prietpraat.’

Ellen de Vries

 

Zomergasten met Adriaan van Dis

zondag 1 augustus Sonja Barend

zondag 8 augustus Tom Lanoye

zondag 15 augustus Tamarah Benima

zondag 22 augustus Kader Abdolah

VPRO, ca. 20.40-23.34 uur, N 3

 

S T U D I O ( K R O G I D S )  24 t/m 30 juli 1999